Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Menu
nieuws_krant
Vereniging Opleiding Kwaliteit Wetenschap Mediprudentie

Reactie voorzitter NVVG op Monitor

maandag 10 april 2017

Reactie Monitor naar aanleiding van berichten op forum en tv-uitzending 9-4-2017

Laat ik, als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), beginnen met te stellen dat de NVVG zich in veel berichten over hoe verzekeringsartsen (bij het UWV) zouden werken absoluut niet herkent. Berichten over dat veel verzekeringsartsen niet voldoende de tijd nemen voor een spreekuur, nalaten informatie bij behandelaars op te vragen, de mening van behandelaars niet meewegen in hun oordeelsvorming en dat verzekeringsartsen de klachten van cliënten niet serieus nemen en ze soms zelfs wantrouwen.

Verzekeringsartsen, net als andere arts-specialisten, zijn consciëntieus en nemen hun werk zeer serieus, wat ook inhoudt voldoende tijd nemen voor een beoordeling. Het gaat namelijk om grote belangen van cliënten, zijnde hun werk en inkomen naast hun gezondheid. Daarbij wordt ook nadrukkelijk informatie van behandelaars betrokken. Dit betekent niet dat er altijd informatie moet worden opgevraagd na een spreekuur, bijvoorbeeld omdat deze informatie al is aangeleverd door de bedrijfsarts of omdat een cliënt heel goed kan vertellen wat er in het medische traject is gebeurd. Echter als er onduidelijkheden zijn ten aanzien van wat er in een behandeltraject is voorgevallen, wat de functionele beperkingen zijn van een bepaalde aandoening of een cliënt staat er op dat informatie wordt opgevraagd, ken ik geen collega die dit niet zou doen. De mening van behandelaars over wat nog mogelijk is om de gezondheidstoestand dan wel het functioneren van mensen te verbeteren, is zelfs erg belangrijk voor de beoordelingstaak van verzekeringsartsen. Dit bepaalt mede hoe de vertaalslag naar beperkingen in arbeid wordt gemaakt door een verzekeringsarts, maar ook de prognose en daarmee of en wanneer een herbeoordeling kan worden gepland.

Wat betreft het wantrouwen dat cliënten soms ervaren, kan ik in het algemeen wel opmerken dat verzekeringsartsen bij UWV een beoordelende taak hebben in het kader van de sociale zekerheid. Verzekeringsartsen moeten bij deze beoordeling de beperkingen in het functioneren naar arbeid vaststellen. Hierbij moet de verzekeringsarts de medische bevindingen omzetten naar functionele mogelijkheden en beperkingen gericht op werk.

Een belangrijk basisprincipe hierbij is dat een client naar vermogen deelneemt aan de maatschappij, juist ook omdat werken goed is voor zijn of haar gezondheid en psychisch welbevinden. Naast deze participatieve insteek gaat het bij beoordelingen in het kader van de sociale zekerheid ook om veel geld voor de maatschappij en daar hoort zeker een zorgvuldige afweging bij van de verzekeringsarts. Hoe goed werkgerichte adviezen van een behandelaar ook bedoeld zijn, de scheiding tussen behandelen en beoordelen is er niet voor niets in Nederland. Binnen een behandeling wordt voor een belangrijk deel gevaren op de subjectieve beleving van de klachten. Dit is immers de basis voor de behandelrelatie tussen een behandelaar en een patient.

Gaat er dan nooit iets mis bij een beoordeling? Natuurlijk zal het niet altijd goed gaan en een groot deel van de reacties op dit forum zullen mogelijk ook juist uit deze kleine groep komen. Maar wat dan wel goed is hier te vermelden is dat er bij de beroepsgroep een zelfcorrigerend vermogen bestaat: als een client het niet eens is met een medische beoordeling door een verzekeringsarts kan er een bezwaar en eventueel ook een beroepsprocedure aanhangig worden gemaakt, waarbij kritisch naar het oordeel van de verzekeringsarts wordt gekeken. Daarbij durf ik wel te stellen dat als daar beoordelingsfouten zijn gemaakt dit normaliter gecorrigeerd zal worden. En in het laatste geval dienen wij als beroepsgroep hiervan te leren. In de praktijk betekent dit onder andere dat er een directe terugkoppeling plaatsvindt naar de verzekeringsarts die het betreft, maar soms ook dat het in breder verband wordt besproken, bijvoorbeeld binnen de onderlinge toestingsgroep of artsenvergaderingen, die verzekeringsartsen in het kader van kwaliteitsbevordering met elkaar hebben.

Mijn oproep aan een ieder is om, waar mogelijk van elkaar te leren en op die wijze constructief te zijn in plaats van naar elkaar te wijzen.

Deel dit via:
Naar overzicht
Sluiten