Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Menu
nieuws_krant
Vereniging Opleiding Kwaliteit Wetenschap Mediprudentie

Wat kan de commissie Ethiek voor jou doen?

dinsdag 14 september 2021

Moet of mag de verzekeringsarts die uit informatie van de behandelaar kan opmaken dat een cliënt, die een laattijdige Wajong-aanvraag doet, op zijn 18e verjaardag niet in Nederland woonde, deze voor de cliënt nadelige informatie delen met de procesbegeleider?

Deze vraag werd aan de commissie Ethiek voorgelegd door een collega, die zich bijzonder ongemakkelijk voelde om deze in vertrouwen verstrekte informatie zomaar te delen. De commissie ging met die vraag aan de slag en kon binnen een week een advies geven, waarmee de collega verder kon. Hieronder het advies, beknopt samengevat.

Gegeven advies:

Het vooronderzoek heeft niet duidelijk aangetoond of cliënt wel of niet in Nederland woonde op zijn 18e verjaardag. De verzekeringsarts werkt in een team dat samen bepaalt of er recht bestaat op een uitkering. Het is vanuit dat opzicht logisch dat de arts informatie deelt die raakt aan het recht op uitkering. Als hij niets zou doen met deze informatie, wordt mogelijk ten onrechte (want mogelijk niet woonachtig NL op 18e verjaardag) een grote voorziening verstrekt uit publieke gelden. De informatie dat cliënt niet woonachtig was in Nederland op de 18e verjaardag kwam indirect via medische informatie bij de verzekeringsarts terecht. De behandelaar wist hoogstwaarschijnlijk niet dat dit negatief voor cliënt zou kunnen uitpakken. Dit bekendmaken uit de medische informatie lijkt daarbij het vertrouwen van de behandelaar en cliënt en diens privacy te beschadigen. Daardoor is voor de verzekeringsarts een dilemma ontstaan. De beginselen van rechtvaardigheid(rechtmatigheid) vs privacy/medisch beroepsgeheim zijn hier in het geding.

Het ten onrechte verstrekken van een grote voorziening/uitkering wordt door de meeste leden van de commissie als een aantasting van het rechtvaardigheidsbeginsel gezien. Het gevolg van niets doen met de informatie van de specialist over de woonplaats op zijn 18e brengt mogelijk onrechtvaardigheid met zich mee. Het kan helpen om de situatie op de volgende manier in perspectief te zetten: Stel dat alle verzekeringsartsen in het voordeel van de cliënt zouden afwijken van de wettelijke norm. Dit zou volgens ons een ongewenste ontwikkeling zijn.

Bij een dilemma is het belangrijk om recht te doen aan beide kanten van het dilemma. In dit geval, ter behoud van privacy, kan de verzekeringsarts met de procesbegeleider enkel delen dat er een aanleiding uit het onderzoek naar voren is gekomen om te veronderstellen dat er mogelijk geen verzekeringsrecht bestaat en dat daarom nader onderzoek moet plaatsvinden, zonder te zeggen welke informatie dat is.

Daarmee verdwijnt niet het ongemak richting de cliënt, maar de commissie meent dat het rechtvaardigheidsprincipe hier zwaar weegt. Bovendien, ervan uitgaande dat het voorwerk van de wetstechnicus niet grondig genoeg is gebeurd, geeft de verzekeringsarts zo de opdracht om alsnog een correct vooronderzoek uit te voeren.

Alles overwegende vindt de commissie in dit geval het moreel juist om wel iets doen met de tot de verzekeringsarts gekomen informatie. Dit ten behoeve van een rechtvaardige uitvoering van de arbeidsongeschiktheidsregelingen, maar wel met maximaal behoud van de privacy van de cliënt (schadebeperking).

Heb jij vragen met betrekking tot waarden en normen rondom de oordeelsvorming in de gevalsbehandeling?

Loop je tegen een ethisch vraagstuk aan in je dagelijks werk?

Merk je een conflicterende maatschappelijke visie op de verzekeringsgeneeskunde of vice versa op?

Neem laagdrempelig contact op met de commissie Ethiek via secretariaat@nvvg.nl, het secretariaat zorgt ervoor dat je e-mail bij de commissie terecht komt. We zullen dan in samenspraak zoeken naar een gepaste vervolgactie.

Deel dit via:
Naar overzicht
Sluiten