Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Menu
nieuws_krant
Vereniging Opleiding Kwaliteit Wetenschap Mediprudentie

Verzekeringsgeneeskundige dagen 2019

maandag 11 november 2019

door Hans de Brouwer

Op 6, 7 en 8 november jl. vonden de jaarlijkse verzekeringsgeneeskundige dagen plaats. Het was om een aantal redenen een bijzondere editie. De verzekeringsgeneeskundige dagen werden in deze vorm voor de tiende maal georganiseerd. Vorig jaar waren de dagen opgenomen in het EUMASS-congres en die editie telt voor het nu gevierde lustrum niet mee. Verder werd afscheid genomen van een aantal leden van de congrescommissie. Paula Eken, Rob Tonkes en Ruud Zijl zijn als dank voor hun jarenlange inzet voor het congres uitvoerig in het zonnetje gezet. Het is aan hun opvolgers om de volgende edities even inhoudelijk, uitdagend, ‘gesmeerd lopend’ en gezellig te maken.

Het aantal deelnemers was nog nooit zo groot als dit jaar, de vrijdag was met meer dan vierhonderd inschrijvers de best bezochte dag ooit. Een ander opmerkelijk feit dat niet onvermeld mag blijven, is het hoge aantal deelnemende Aios, namelijk meer dan honderd.

Het begin – woensdagavond - was zoals gebruikelijk luchtig met een voordracht van Japke-d. Bouma. Ze hield het publiek jeukwoorden voor en dan vooral jeukwoorden die in onze werkomgeving met enige regelmaat voorkomen. Niets meer uitrollen dus, niet meer iets tegen een ander aanhouden.

De donderdag was zoals gebruikelijk de ‘Engelse dag’ met lezingen over uiteenlopende onderwerpen. Het ging van nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van kankersoorten, via de invloed van gender in diverse, met name cardiovasculaire, studies naar een prikkelende kijk op de afwikkeling van onder andere letselschade. Het vergt altijd wel enig extra opletten om bij te blijven. Een goede dagvoorzitter, zoals bijna gebruikelijk de laatste jaren had Angelique Reitsma die taak weer voorbeeldig op haar genomen, helpt dan wel.

De vrijdag vond ik zelf, zoals vaker, de meest nuttige dag met onderwerpen die van belang zijn voor de praktijk van alledag. De voordracht over beroepshuidaandoeningen, met name contactallergie, was helder en werd met de nodige schwung gebracht. Voor mensen met klachten in het psychotische spectrum blijkt de weg terug naar arbeidsparticipatie vooral een financieel probleem (onvoldoende geld voor begeleiders en (IPS)trajecten) te zijn, waardoor wel aanwezige mogelijkheden niet benut worden. De lezing over functionele bewegingsstoornis bracht feitelijk het probleem van moeilijk objectiveerbare klachten naar boven maar ook het inzicht dat een functionele bewegingsstoornis een reële beperkende aandoening kan zijn met een matige tot slechte prognose. Verder was er een kijkje in de wereld van het exoskelet en dan met name de mogelijkheden die dat kan bieden bij het weer kunnen lopen van dwarslaesiepatiënten. De lezing over nieuwe geneesmiddelen bevestigde alle vooroordelen die ik had over de farmaceutische industrie en stemde derhalve niet echt vrolijk. Daarna waren er gelukkig diverse interessante parallelsessies. Net als de eerste ging ook de laatste lezing van het congres over taal. Het pleidooi voor gebruik van begrijpelijke taal was boeiend en gaf veel inzicht. Dit gezegd hebbend, moet ik toegeven dat deze tekst waarschijnlijk taalniveau C1 (misschien B2) heeft en daarmee door 70% van de Nederlandse populatie niet begrepen wordt. Ik reken erop dat de lezers van dit bericht bij de overige 30% horen.

Deel dit via:
Naar overzicht
Sluiten