Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Menu
education
Vereniging Opleiding Kwaliteit Wetenschap Mediprudentie

Opleidingsschema Verzekeringsgeneeskunde

Opleiding

Toelichting

In het schema is het opleidingsveld weergegeven zoals deze eruit ziet per 1-1-2018. In dit stukje tekst volgt een uitleg.

Er zijn een aantal grote veranderingen geweest per 1-1-2018. Zo is het handboek sociale geneeskunde vervangen door KOERS. Een samenwerking tussen de verzekeringsgeneeskunde, bedrijfsgeneeskunde en de KAMG (cluster 3). Het doel van KOERS (kwaliteitsvisie opleidingen en raamplan sociale geneeskunde) is dat alle actoren uit het opleidingsveld zelf controle hebben/nemen op de kwaliteit van de opleiding. Onderdeel hiervan is, is een tweejaarlijkse zelfevaluatie (de PDCA-cyclus). In 2020 is door de KNMG het startsein gegeven om te starten met de zelfevaluaties. Het kwaliteitskader beschrijft welke kwaliteitsaspecten geëvalueerd moeten worden. De rapporten volgend uit de PDCA-cyclus zijn onderdeel van de erkenningsprocedure voor instellingen en instituten en moeten voorzien zijn van feedback van de commissie opleidingen NVVG-GAV. Om de rapporten uniform te kunnen beoordelen is de “meetlat” ontwikkeld voor (en door) de commissie.

KOERS is een leidraad om tot de “ideale” opleidingskwaliteit te komen met “goed opleiden”. Ook is de rol beschreven van alle actoren; instituten, instellingen, opleiders, leidinggevenden en AIOS. Het grote verschil ten opzichte van “voor KOERS” is dat de praktijkopleiding nu de integrale leerlijn is en niet het cursorisch onderwijs. En dat de verantwoordelijkheid bij de actoren zelf ligt. Vanuit KOERS is het LOP (landelijk opleidingsplan) ontwikkeld. Er zijn drie LOP’s, elk specifiek voor de drie specialismes van cluster 3 (VG, BG, KAMG). Het LOP is goedgekeurd door het ministerie en is daarmee wet geworden. Het LOP voor de verzekeringsgeneeskunde is dan ook leidend, boven andere documenten (zoals LIOP, LPP). Een addendum van het LOP is het toetsboek. Hierin zijn de opdrachten van de praktijkopleiding te vinden, evenals de KPB’s om de opdrachten te beoordelen. Het LPP (landelijk professionaliseringsplan praktijkopleiders) vloeit voort uit het LOP en KOERS, maar is een collaboratie tussen de verzekeringsgeneeskunde, bedrijfsgeneeskunde en de KAMG. Omdat het een document is voor heel cluster drie, en deze drie contexten niet helemaal overeen komen, wijkt het LPP op sommige punten af van ons LOP-VG. Maar het LOP-VG is wet en daarmee leidend voor de verzekeringsgeneeskunde. Het landelijk instellingsopleidingsplan (LIOP) is voor de gehele medische vervolgopleiding verzekeringsgeneeskunde en volgt uit het LOP. Het LIOP omvat het minimum waar de medische vervolgopleiding aan moet voldoen voor de verzekeringsgeneeskunde. Dit document is opgesteld door de instituten en instellingen uit het opleidingsveld. Elke opleidingsinstelling kan een aanvulling maken op het LIOP, wat ze meer zouden willen in de opleiding. De privaat verzekeringsgeneeskunde heeft meerdere opleidingsinstellingen en een eigen wetenschappelijke vereniging (de GAV). De GAV, en daarmee de vertegenwoordiging van de private sector, is onderdeel van de commissie opleidingen NVVG-GAV.

Hopelijk geeft het overzicht en de uitleg wat meer helderheid in het veranderde opleidingsveld.

Liz Ellen Groot, namens de commissie opleidingen NVVG-GAV.

Sluiten